subsidie Praktijkleren in 2024

Vervolg subsidie Praktijkleren in 2024

Voor de zomer maakte minister Dijkgraaf van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in een kamerbrief het voornemen om de subsidieregeling Praktijkleren met vijf jaar te verlengen bekend. In de Miljoenennota wordt dit bevestigd en wordt uitgelegd hoe ze, ondanks de stijgende vraag naar deze subsidie, ernaar streven het bedrag per student gelijk te houden. Ook is het budget voor 2024 voor de regeling Praktijkleren in de derde leerweg bekendgemaakt.

De subsidie per student gelijk houden

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) maakt bekend dat in 2024 19 miljoen euro extra wordt vrijgemaakt voor de subsidieregeling Praktijkleren voor studenten die een opleiding volgen in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) of een deeltijd- of duale variant in het hbo. Het totale budget van de regeling wordt verdeeld over het aantal aanvragen dat binnenkomt, dit aantal stijgt al jaren in deze categorieën. Door het budget te verhogen verwacht de RVO het subsidiebedrag per student gelijk te kunnen houden.

Budget Praktijkleren derde leerweg 2024

Sinds 2022 stelt de RVO de subsidie vanuit de regeling praktijkleren in de derde leerweg beschikbaar voor werkgevers die hun medewerkers een dergelijke opleiding aanbieden. De vijfde aanvraagmogelijkheid opent op 1 december a.s. Ook in 2024 en 2025 zullen er nog aanvraagrondes volgen, alleen zijn daarvoor nog geen data bekend gemaakt. Wel lezen we in de Prinsjesdag stukken dat het ministerie van SZW 8,5 miljoen euro heeft vrijgemaakt voor deze regeling in 2024.

Subsidieaanvraag Praktijkleren 2023-2024

De verlenging van de regeling Praktijkleren betekent dat jouw organisatie tussen 2 juni en 15 september 2024 subsidie aan kan vragen voor medewerkers die in schooljaar 2023-2024 hebben deelgenomen aan de opleiding. Tijdens deze aanvraag heb je veel gegevens nodig van deze medewerkers, een goede voorbereiding is daarmee het halve werk.

OAZ heeft jarenlange ervaring met het voorbereiden en indienen van aanvraag voor de Praktijkleren subsidie. Ben je benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op via info@oaz.nl of bel 088 5600 700.


premiepercentages 2024 voor WGA en Ziektewet

Zien we jou bij het HR festival?

Donderdag 22 juni organiseert HR Community het HR Festival. Het thema van deze editie is Duurzaam HR en OAZ is trots om weer een bijdrage te mogen leveren aan de invulling van deze dag!

Hoe creëer je waarde voor zowel de aandeelhouder als de werknemer en onze planeet? Hoe zorg je dat lange termijn belangen van een medewerker niet ten koste gaan van de korte termijn doelen? Dit zijn zomaar een paar belangrijke onderwerpen die tijdens dit HR Festival aan bod komen.

OAZ zet deze editie in op Duurzame Inzetbaarheid van medewerkers en digitalisering van organisaties. Graag voorzien we je van tips en adviezen, ook kunnen we je helpen met het financiële plaatje. Zo is de aantrekkelijke subsidie MDIEU beschikbaar, die bedrijven steunt bij hun plannen omtrent Duurzame Inzetbaarheid. Graag vertellen we je daar meer over.

En wil jij weten hoeveel stapels papierwerk jouw organisatie overboord kan werpen? Doe dan mee aan de til-challenge op de stand van OAZ en til jouw organisatie naar een hoger niveau.

We zien je op 22 juni! Kaarten zijn hier verkrijgbaar.


MDIEU subsidie voor duurzame inzetbaarheid

Praktijkleren verlengd met 5 jaar

De subsidieregeling Praktijkleren wordt per 1 januari 2024 zeer waarschijnlijk verlengd met vijf jaar. Deze intentie heeft minister Dijkgraaf van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onlangs bekend gemaakt in een kamerbrief.

Praktijkleren verlengd na evaluatie

De verlenging volgt op een uitgebreide evaluatie waarin ook de inzichten van diverse onderwijsinstellingen, leerbedrijven en andere betrokken instanties – waaronder OAZ – zijn meegenomen. De uitkomst van de evaluatie is dat werkgevers groot belang hechten aan praktijkleerplaatsen en dat de regeling Praktijkleren hier een gewaardeerde tegemoetkoming in is.

De verlenging van de regeling gaat per 1 januari 2024 van start en heeft betrekking op schooljaar 2023-2024. Tot die tijd zal het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bekijken hoe de regeling verbeterd kan worden. De verwachting is dat het ministerie de vernieuwde regeling na de zomer kan presenteren.

In aanmerking komen voor Praktijkleren? 

Heb jij voor schooljaar 2023-2024 leerwerkplekken in je organisatie en ben je benieuwd of je in aanmerking komt voor Praktijkleren? Neem dan contact met ons op via info@oaz.nl of bel 088 5600 700, we helpen je graag op weg!


het Stagefonds Zorg

Leven Lang Ontwikkelen als speerpunt, hoe blijf je investeren?

Begin mei is bekendgemaakt dat de stekker is getrokken uit de opleidingssubsidie STAP. Een beslissing die uiteenlopende reacties uitlokt. ‘Dat het STAP-budget steeds zo snel op is, is bewijs van de behoefte aan deze regeling!’ aldus de een. ‘De laagdrempeligheid nodigt teveel uit, dit gaat ten koste van de echte opleiders!’ meent de ander.

Het feit is dat een Leven Lang Ontwikkelen een speerpunt blijft voor het kabinet en voor veel werkgevers. De Kamer denkt na over een waardig opvolger van het STAP budget, intussen blijven er voldoende andere mogelijkheden voor werkgevers die hun medewerkers willen motiveren en bijscholen. Denk hierbij aan de Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg (KiPZ) en SectorplanPlus.

Wil jij blijven investeren in het opleiden van je medewerkers? Neem dan contact op met OAZ via info@oaz.nl of bel 088 5600 700. Graag bespreken we de mogelijkheden met je.


Bovengrens LIV

Bovengrens LIV van 125 naar 116 procent

Goed om te weten! Vanaf kalenderjaar 2024 zal de bovengrens voor het Lage Inkomensvoordeel (LIV) worden vastgesteld op 116%, nu is dat 125% van het wettelijk minimumloon. Het besluit regelt tevens de samenloop met de invoering van het wettelijk minimumuurloon.

Wijziging bovengrens LIV per 2024

Op 24 april 2023 is besloten dat er een vijfde lid zal worden toegevoegd aan artikel 3.1 van de Wet tegemoetkomingen loondomein. Het besluit regelt dat het ministerie van SZW de bovenste grens van het uurloon voor het recht op LIV aan het begin van kalenderjaar 2024 mag vaststellen op 116% van de ondergrens van het uurloon. Tevens regelt het de samenloop met het wettelijk minimumuurloon, dat per 1 januari 2024 in werking zal treden.

Houd rekening met minder LIV

De wijziging van de bovengrens zal betekenen dat minder medewerkers in aanmerking komen voor het LIV en dat veel werkgevers rekening moeten houden met een lager voordeel vanuit deze regeling. Het zou enkel nog gaan om het laatste jaar dat werkgevers gebruik kunnen maken van het LIV. Vanaf kalenderjaar 2025 wordt het LIV afgeschaft.

Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelen op het gebied van loonkostenvoordelen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn. Heb je nog vragen over dit bericht? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten via info@oaz.nl of bel naar 088 5600 700.


premiepercentages 2024 voor WGA en Ziektewet

Van LKV ouderen verlagen naar afschaffen, wat is er gebeurd?

De ontwikkelingen rondom de loonkostenvoordelen (LKV) staan niet stil. Afgelopen maanden werd er in een wetsvoorstel nog gesproken over het verlagen van het LKV voor oudere medewerkers en het overdragen van de tegemoetkoming aan een nieuwe werkgever zolang de doelgroepsverklaring loopt. Inmiddels is in de Voorjaarsnota 2023 bekend gemaakt dat het LKV oudere werknemer per 2026 volledig wordt afgeschaft.

Besparingsmaatregel op termijn

Vanaf 2026 is het niet meer mogelijk om het LKV toe te passen voor medewerkers die 56 jaar of ouder zijn en vóór indiensttreding een uitkering van UWV kregen of een vergelijkbare uitkering uit een ander EU-land. De regering, die momenteel flink moet bezuinigen, heeft besloten de tegemoetkoming te schrappen. Op basis van het onderzoek van SEO Economisch Onderzoek is geconcludeerd dat de doelmatigheid van het LKV oudere werknemer op zijn hoogst beperkt is.

Het afschaffen van de maatregel zal vanaf 2027 leiden tot een besparing, omdat de LKV-bedragen in het jaar nadat het recht erop is vastgesteld, worden uitgekeerd. De besparing zal zo’n 60 miljoen per jaar bedragen en worden ingezet ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave.

Eerder stond in een herzieningsvoorstel voor het LKV en (jeugd-)LIV dat er de wens is om het tarief voor LVK ouderen vanaf 2025 te verlagen. Daarnaast zou de mogelijkheid moeten worden geboden om de tegemoetkoming over te dragen aan een nieuwe werkgever voor de periode dat de doelgroepsverklaring nog geldig is. Hoe de afschaffing van de tegemoetkoming de toekomst van dit wetsvoorstel beïnvloed, is helaas nog niet bekend.

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelen op het gebied van loonkostenvoordelen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn . Heb je nog vragen over dit bericht? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten via info@oaz.nl of bel naar 088 5600 700.


in beroep voor Compensatie Transitievergoeding

Succesvol in beroep voor Compensatie Transitievergoeding

Twee jaar, dat is de periode die een medewerker in dienst moet zijn geweest om als werkgever aanspraak te maken op de Compensatie Transitievergoeding. Helaas kwamen enkele werkgevers er achter dat 104 weken niet altijd hetzelfde is, nadat de afwijzing van het UWV op de mat viel. Onze Specialist Jowana ging in beroep en kreeg gelijk.

Tegemoetkoming door dubbele lasten

Zodra een medewerker twee jaar ziek is en niet kan re-integreren, is het vaak voor iedereen goed om uit elkaar te gaan. Bij uitdiensttreding krijgt de medewerker dan meestal een transitievergoeding mee. Om slapende dienstverbanden te voorkomen is in 2020 de Compensatie Transitievergoeding in het leven geroepen. Deze regeling komt werkgevers tegemoet die de vergoedingen betalen.

Twee jaar dus, maar dat is niet altijd hetzelfde als 104 weken, het moment waarop de medewerker een WIA-uitkering kan aanvragen. Daar kom je als werkgever soms pas achter nadat het ontslag al heeft plaatsgevonden, de transitievergoeding is betaald en het verzoek om compensatie is afgewezen.

In vier dossiers waaraan ik werkte, speelde een soortgelijk verhaal. Medewerker X was in dienst bij werkgever Y en werd ziek. Uiteindelijk bleek de medewerker volledig arbeidsongeschikt en kreeg een WGA-uitkering. De werkgever nam afscheid van de medewerker en betaalde een transitievergoeding. Een verzoek om compensatie werd afgewezen omdat het dienstverband te vroeg beëindigd was.

Op dat moment heb ik me in deze dossiers vastgebeten, want zoals je net hebt kunnen lezen is de Compensatie Transitievergoeding er niet voor niets. Daarnaast was het voor deze medewerkers overduidelijk dat re-integratie onmogelijk was, de WGA-beschikking was al afgegeven en de medewerkers bleken volledig arbeidsongeschikt.

Tijdens de bezwaarprocedure hield het UWV voet bij stuk, “De opzegtermijn van twee jaar was nog niet verstreken, de werkgever had het dienstverband niet mogen opzeggen, dus wij keren geen Compensatie Transitievergoeding uit”. Een eventuele coulance zou volgens het UWV aan de orde zijn als wel de loondoorbetalingsverplichting was verstreken. Echter is dit volgens de wetgeving geen vereiste voor het toekennen van de compensatie.

In beroep voor Compensatie Transitievergoeding

Een beroep volgde, want ik was het nog steeds niet eens met de beslissing van het UWV om in deze gevallen geen Compensatie Transitievergoeding uit te keren. Voordat de zitting plaatsvond, kreeg ik bericht dat het UWV de beslissing toch wijzigt, in het voordeel van de werkgever. Alle vier kregen de vergoeding gecompenseerd. Een duidelijk argumentatie voor deze wijziging ontbreekt helaas.

Meestal gaat het goed. Maar soms krijgen werkgevers niet de compensatie waar ze recht op hebben. Wij adviseren organisaties altijd kritisch te kijken naar beslissingen van het UWV. Hoe zijn deze tot stand gekomen? En wat zegt de wetgeving hierover? Wij hopen dat het beleid voor deze situaties duidelijk en eenduidig wordt vastgelegd.

Heeft jouw organisatie recht op compensatie?

Twijfel je of jouw organisatie krijgt waar die recht op heeft? Dagelijks beoordelen onze specialisten beslissingen op juistheid en onderzoeken wij de mogelijkheden voor diverse werkgevers. We kijken graag met jou mee en helpen je indien nodig. Mail voor meer informatie naar info@oaz.nl of bel 088 5600 700.


Subsidieaanvraag MDIEU

100 dagen werken, 12 jaar schadelast. Of toch niet?

Als een medewerker ziek wordt en (deels) niet meer kan werken, betaal je als werkgever tot maximaal 12 jaar na de ziekmelding voor de uitkering. Uitzendorganisatie Agros zorgt ervoor dat de eigen schadelast continue wordt gemonitord en bespaarde daarmee al bijna een half miljoen euro voor de komende 8 jaar.

Iedere werkgever draagt Whk-premie af aan de Belastingdienst, tenzij ze eigenrisicodrager zijn, dan loopt dit vaak via een verzekeraar. Middels de Whk-premie financiert het UWV de uitkeringen van jouw zieke (ex-)medewerkers en die van andere organisaties. Na 104 weken loondoorbetaling of Ziektewet, volgt vaak een WGA-uitkering die nog maximaal 10 jaar aan de (ex-)werkgever kan worden doorbelast.

10 jaar WGA betalen is niet altijd nodig

Nadat (ex-)medewerkers 104 weken ziek zijn, worden zij beoordeeld door een verzekeringsarts en eventueel door een arbeidsdeskundige. Op dat moment wordt vastgesteld voor hoeveel procent de medewerker arbeidsongeschikt is en wordt de hoogte van een eventuele WGA-uitkering bepaald.

Het is echter niet in beton gegoten, medewerkers kunnen (deels) herstellen of het kan na een tijdje duidelijk worden dat er sprake is van een duurzame situatie. Voor uitkeringen die al een poosje lopen, kan een herbeoordeling uitkomst bieden en voor lastenvermindering van de werkgever zorgen. Dat werkt zo:

  • Bij (deels) herstel kan een herbeoordeling ervoor zorgen dat de (ex-)medewerker in een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse wordt geplaatst of zodanig herstelt blijkt dat hij weer voldoende kan werken. Voor een werkgever betekent dit dat de toerekening omlaag gaat of zelfs volledig wegvalt. Let er daarbij wel op dat zo’n actie ook het omgekeerde resultaat kan opleveren. Bestudeer de dossiers dus goed en zorg voor passende argumentatie.
  • Als er sprake is van een duurzame situatie, bijvoorbeeld als er op de lange termijn een geringe kans is op herstel, heeft de (ex-)medewerker recht op een IVA-uitkering. Jouw organisatie wordt in dat geval niet langer belast voor de uitkering. Om een lopende uitkering om te zetten van WGA naar IVA is een herbeoordeling nodig.

Zo houdt Agros grip op de WGA-schadelast

In de uitzendbranche treden veel medewerkers snel na de ziekmelding uit dienst, onder andere door de vele tijdelijke contracten. Om dan niet onnodig voor een schadelast te betalen, is het belangrijk om zieke ex-medewerkers niet uit het oog te verliezen en de ontwikkelingen in het herstel te blijven volgen.

“Zieke ex-medewerkers houden wij goed in beeld. We hebben periodiek contact, houden vinger aan de pols en vragen hoe het met ze gaat. Voor het aanvragen van herbeoordelingen en het schrijven van bezwaarschriften hebben wij echter onvoldoende kennis en ervaring. Daarom hebben wij OAZ in de arm genomen,” - René Vet, directeur van Agros.

Voor een handjevol ex-medewerkers van Agros, waarvan het dienstverband varieerde van 50-250 dagen, werd door OAZ een herbeoordeling aangevraagd. Deze ex-medewerkers waren reeds ingedeeld in de categorie 80-100% arbeidsongeschikt. Hier bleek echter sprake van een duurzame situatie. In een aantal dossiers was een bezwaar nodig om het UWV daarvan te overtuigen. De schadelast voor deze ex-medewerkers zou zonder herbeoordeling nog ruim 8 jaar hebben doorgelopen en had hen in totaal een half miljoen euro gekost.

“De voordelen voor een werkgever zijn enorm, dat blijkt wel als OAZ de verschillende scenario’s in een dossier doorrekent. Daarnaast zien wij dat medewerkers vaak positief reageren op het monitoren van de re-integratie en het eventueel bijsturen tijdens het herstel. Het is in ieders belang om een status te bepalen die recht doet aan de individuele situatie, en dat ervaren onze (ex-)medewerkers ook zo.” - René Vet

Herbeoordelen steeds lastiger

Als zich in het dossier van een zieke (ex-)medewerker ontwikkelingen voordoen (of juist lange tijd niet) kan het aanvragen van een herbeoordeling dus een passende vervolgactie zijn. Er zijn protocollen en wetten waarin de richtlijnen voor en de verplichtingen van het UVW met betrekking tot herbeoordelingen beschreven staan. Ook zou je de geringe jurisprudentie die hierover te vinden is, kunnen raadplegen om jouw verhaal kracht bij te zetten.

Helaas heeft UVW het momenteel ontzettend druk en kampen zij met een tekort aan verzekeringsartsen. Dit werkt onder andere door in de selectie van de herbeoordelingen die in behandeling worden genomen. Je moet de aanvraag goed onderbouwen en vaak zijn daar medische gegevens voor nodig, gegevens die je als werkgever vanwege privacy-redenen niet zomaar krijgt. Hiervoor zal je de samenwerking moeten opzoeken met een professioneel rechtshulpverlener.

Professioneel rechtshulpverlener

Een professioneel rechtshulpverlener kan meer inzicht krijgen in een dossier. Deze gegevens worden wegens privacy-redenen nooit gedeeld met de werkgever. Wel kan met deze kennis nauwkeuriger worden vastgesteld op welk moment een vervolgactie zinvol is. Bij de aanvraag van een herbeoordeling kan met deze informatie tevens een gedegen onderbouwing worden gevormd.

OAZ is professioneel rechtshulpverlener, heeft veel ervaring met het aanvragen van herbeoordelingen, het opstellen van bezwaren en gaat regelmatig succesvol in beroep. Ben je benieuwd of jouw organisatie alle zieke (ex-)medewerkers nog goed in beeld heeft en of er relevante ontwikkelingen spelen in deze dossiers? Neem dan contact op met OAZ via info@oaz.nl of 088 5600 700. Dan bespreken we de mogelijkheden met je.


MDIEU subsidie aanvragen

WGA-bezwaar in tijden van oplopende beslistermijnen

Bezwaarprocedures kunnen ingewikkeld zijn. Nu het UWV kampt met achterstanden en oplopende beslistermijnen, geldt dat ook regelmatig voor de WGA-bezwaarprocedure. Welke opties heb je als het UWV na het verlengen van de beslistermijn nog steeds geen beschikking heeft afgegeven? Onze specialist beantwoord deze vraag en meer in dit artikel.

Als een (ex-)medewerker na 104 weken ziekte een WGA-uitkering krijgt, wordt deze in de meeste gevallen doorbelast aan de (oud-)werkgever. Het is niet ongewoon dat een schadelast van één medewerker zo’n 15.000 euro per jaar bedraagt, en dat voor maximaal 10 jaar lang. Het belang om een WGA-beschikking die je van het UWV ontvangt goed te controleren, is groot.

Bezwaar- en beslistermijnen WGA

Er zijn een aantal redenen waarom het UWV een WGA-beschikking afgeeft, bijvoorbeeld omdat een (ex-)medewerker een uitkering heeft aangevraagd of omdat een (ex-)medewerker opnieuw beoordeeld is. In dat geval gelden de volgende bezwaar- en beslistermijnen:

  • De (ex-)medewerker en werkgever kunnen binnen 6 weken na dagtekening van de beschikking bezwaar aantekenen.
  • Indien een pro forma bezwaar wordt aangetekend, dient de (ex-)werkgever binnen 4 weken nadat hij de bezwaarstukken heeft ontvangen, te reageren naar het UWV.
  • Nadat een (ex-)medewerker of werkgever een bezwaar heeft ingediend, heeft het UWV 13 weken de tijd om te beslissen.
  • Heeft het UWV binnen die 13 weken nog geen beslissing gemaakt, dan mogen zij de beslistermijn eenmalig met 6 weken verlengen.
  • Als het UWV daarna nog geen beslissing heeft afgegeven, heb je twee opties. De eerste optie is opnieuw akkoord gaan met een verlenging van de beslistermijn. De tweede optie is het maken van een melding te late beslissing en het in gebreke stellen van het UWV.

Te late beslissing UWV en ingebrekestelling

Als je een melding maakt van een te late beslissing wordt het UWV alsnog gevraagd binnen 2 weken te reageren. Als ook dat niet lukt, kan een vergoeding worden aangevraagd: de dwangsom. Deze vergoeding begint met tellen vanaf 2 weken nadat het UWV de ingebrekestelling heeft ontvangen. Er wordt dan uitgekeerd tot maximaal 42 dagen en nooit meer dan 1.442 euro.

  • Dag 1 – 14 bedraagt de vergoeding 23 euro per dag;
  • Dag 15 – 28 bedraagt de vergoeding 35 euro per dag;
  • Dag 29 – 42 bedraagt de vergoeding 45 euro per dag.

Waarom in (pro forma) bezwaar tegen WGA-beschikking?

Bezwaar maken wordt vaak als iets negatiefs gezien, maar in het geval van WGA-beschikkingen noodzakelijk om de beslissingen te kunnen controleren. Iedereen maakt fouten, ook het UWV. Soms is een hoger of lager arbeidsongeschiktheidspercentrage passender of is een beoordeling onzorgvuldig tot stand gekomen.

Door te starten met een pro forma bezwaar krijg je meer inzicht in een dossier en de manier waarop de beslissing tot stand is gekomen. Dat geeft jou de gelegenheid deze stappen na te lopen en te beoordelen of alle informatie is meegenomen en de juiste richtlijnen zijn gehanteerd.

Werkgevers mogen niet alle stukken inzien, bijvoorbeeld de medische gegevens. Een professioneel rechtshulpverlener mag dit wel, maar mag deze informatie vervolgens niet delen met de (ex-)werkgever. Deze informatie is in veel dossiers echter essentieel om een totaalplaatje te vormen, die een gedegen controle mogelijk maakt en waarmee eventuele vervolgacties kunnen worden bepaald.

Bezwaar intrekken

Nadat alle stukken zijn beoordeeld en de aanvrager het toch eens is met de genomen beslissing, kan het pro forma bezwaar weer worden ingetrokken. Het is echter niet voor niets geweest. Je hebt op dat moment informatie in handen voor de toekomst. Hoe lang duurt een behandeling? Wanneer verwacht een verzekeringsarts verbetering van iemands belatbaarheid? Dat zijn vragen die via een bezwaardossier beantwoord kunnen worden.

Pro forma bezwaar doorzetten

Je kan, na het beoordelen van de bezwaarstukken, het ook oneens zijn met de beslissing. In dat geval kun je middels aanvullende gronden het bezwaar aanvullen en indienen. Het UWV beoordeelt vervolgens het bezwaar, vaak na een hoorzitting met de (ex-)medeweker, en geeft dan een nieuwe beslissing af. Als je het dan nog niet eens bent met de beslissing, kan je in beroep gaan. Hierover volgt binnenkort een tweede artikel van ons.

Ondersteuning bij bezwaar

Als professioneel rechtshulpverlener ondersteunt OAZ vele organisaties bij het opstellen van bezwaarschriften en het monitoren van ontwikkelingen in WGA-dossiers. Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen? Mail naar info@oaz.nl of bel 088 5600 700.

 


SBB-gegevens 2022-2023

Zorgorganisatie opgelet! Controleer SBB-gegevens 2022-2023

Begeleidt jouw organisatie momenteel stagiaires en/of leerlingen met een zorgopleiding? Dan kom je zeer waarschijnlijk in aanmerking voor de Stagefonds subsidie voor schooljaar 2022/2023. Om geen subsidie mis te lopen is het belangrijk dat je vóór vrijdag 30 juni 2023 een aantal gegevens controleert en doorgeeft aan SBB.

SBB faciliteert Stagefonds subsidie

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) faciliteert de subsidieregeling Stagefonds voor de Zorg. Met de registraties van stageplaatsen en leerwerkplekken die bij SBB bekend zijn, stelt het ministerie van VWS de aanvraagformulieren op. Het is daarom belangrijk om vóór vrijdag 30 juni 2023 te reageren op het verzoek van SBB om jouw gegevens te controleren. Dit verzoek ontvang je per mail.

Het komt voor dat een organisatie geen mail van SBB ontvangt, maar wel stagiaires of leerlingen in de zorg begeleidt. Heb je dan geen recht op subsidie? Ja misschien wel. Ieder jaar dienen wij voor een aantal organisaties een nieuwe subsidieaanvraag in en wordt toch subsidie toegekend.

Aanvraag Stagefonds 2022-2023

Let erop dat de controle van SBB-gegevens nog geen subsidieaanvraag is. Als jouw organisatie aan de voorwaarden van de regeling Stagefonds voldoet, ontvang je in eind augustus 2023 een uitnodiging voor de aanvraag. De aanvraag is reeds voor je ingevuld met het aantal plaatsen dan bij SBB bekend is. Je hoeft deze gegevens alleen nog te controleren en de aanvraag uiterlijk 1 oktober 2023 in te dienen.

Controle formulier Stagefonds

De controle klinkt gemakkelijk, al leert de ervaring dat er in 1 van de 3 formulieren fouten zitten. OAZ controleert jaarlijks voor meer dan 150 organisaties de Stagefonds formulieren.

De controle voor de subsidieaanvraag Stagefonds is een flinke klus. Je krijgt er geen lijstje bij met welke stagiaires en leerlingen zijn meegeteld. Je hebt dus een compleet overzicht nodig van iedereen, inclusief start- en einddata, stage- en BPV-uren. Als je een verschil constateert moet je dit kunnen aantonen met complete BPV-overeenkomsten en soms een accountantsverklaring.

Onze specialisten werken het gehele schooljaar toe naar het moment dat het ministerie van VWS de formulieren voor de subsidieaanvraag verstuurd. Met het overzicht dat over het gehele schooljaar is opgebouwd, kan op een efficiënte manier vergeleken worden of de aanvraag volledig is.

Nog geen dienstverlening Stagefonds bij OAZ? Maar wel benieuwd naar de mogelijkheden voor jouw organisatie? Mail of bel ons: info@oaz.nl of 088 5600 700.


Sociale Zekerheid: de bekendmakingen van Prinsjesdag

2 tips voor de WW-premie 2023 BBL

Zijn er dit jaar medewerkers met een bbl-opleiding gestart in jouw organisatie? Dan mag je als werkgever voor hen de lage WW-premie toepassen. Let daarbij wel op de administratieve voorwaarden en het moment waarop je de premie toepast. Niemand wil onnodig hoge lasten, maar terugbetalen is nog vervelender. We geven je twee tips voor het juist toepassen van de lage WW-premie 2023.

Lage en hoge WW-premie 2023

Voor iedere medewerker betaalt een werkgever WW-premie. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen een laag en een hoog premiepercentage. De WW-premiepercentages voor 2023 zijn vastgesteld op 2,64% en 7,64%. Het percentage wordt berekend over het bruto maandloon van de medewerker. Op basis van de registraties in jouw loonaangiften wordt bepaald welk percentage je voor een medewerker afdraagt aan de Belastingdienst.

Als er sprake is van een van de onderstaande situaties mag de lage WW-premie worden toegepast. In iedere andere situatie wordt de hoge WW-premie berekend.

  • Een medewerker heeft een arbeidscontract voor onbepaalde tijd, dit is schriftelijk vastgelegd. Het gaat niet om een oproepovereenkomst;
  • Een medewerker volgt een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl);
  • Een medewerker is jonger dan 21 jaar en werkt minder dan 12 uur per week;
  • Een medewerker is uitkeringsgerechtigd en ontvangt loondoorbetaling op grond van WW, Ziektewet, WIA, WAO, WAZO of via een private verzekering van de werkgever.

WW-premie voor bbl

Ieder jaar is april/mei het ideale moment om te controleren of de nieuwe bbl-leerlingen van dat jaar goed zijn doorgevoerd in het HR- en salarissysteem. Vaak is op dat moment ook de administratie compleet die je nodig hebt om dit te controleren. Met deze tips controleer je jouw toepassingen en administratie voor de bbl-ers in 2023.

1. Overzicht leerlingen, van start tot eind

Allereerst is het belangrijk om alle medewerkers die een bbl-opleiding volgen goed in beeld te hebben. Daarbij is niet alleen de start van de opleiding belangrijk, maar ook de afronding. Op het moment dat de medewerker diplomeert of voortijdig stopt, vervalt namelijk het recht op de lage WW-premie.

En niet alleen voor de WW-premie is een dergelijk overzicht ontzettend waardevol, daarnaast zijn er nog allerlei subsidiemogelijkheden voor bbl-leerlingen waarbij een leerlingenoverzicht goed van pas komt.

2. Het belang van een volledige praktijkovereenkomst

Het is altijd even goed opletten vanaf wanneer je de lage WW-premie voor bbl-ers mag toepassen. Dat is namelijk niet per definitie de startdatum van de opleiding of het dienstverband. Als de laatste handtekening op de praktijkovereenkomst op een later moment wordt gezet dan de ingangsdatum van het arbeidscontract en de praktijkovereenkomst, dan mag de leerling in de tussenliggende periode niet als bbl geregistreerd worden in het salarissysteem.

De lage WW-premie optimaal toepassen

Een volledig overzicht van leerlingen in de organisatie en een complete leerlingenadministratie is voor veel organisaties een uitdaging. Dit maakt het lastig om optimaal gebruik te maken van maatregelen als de WW-premie of subsidieregelingen voor het opleiden van personeel.

In het systeem MijnOAZ worden op een efficiënte en veilige manier gegevens verzameld vanuit diverse bronnen. Het resultaat? Een lijst van alle bbl-leerlingen in een organisatie én de mogelijke toepassingen per regeling. Ook laat het overzicht je in één oogopslag zien welke informatie nog ontbreekt. Dit maakt het controleren van jouw toepassingen en administratie een eitje.

Ben jij benieuwd naar wat OAZ voor jou kan betekenen voor de WW-premie? Of heb je vragen over de mogelijkheden met ons systeem MijnOAZ? Neem dan contact op één van onze collega’s via info@oaz.nl of bel direct 088 5600 700.


Subsidie voor RVU VVT

Subsidie voor RVU VVT beschikbaar

Heeft jouw VVT-organisatie relatief hoge kosten door afspraken in het kader van een Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)? Dan kan je tot uiterlijk 31 mei 2023 een bijdrage aanvragen bij Stichting A+O VVT in een eerste aanvraagronde.

Subsidie voor VVT branche

De Stichting A+O VVT is een samenwerkingsverband in de VVT branche. Deze branche bestaat uit Verpleeg- en Verzorgingshuizen, Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg. Het doel van de stichting is de werking van de arbeidsmarkt in deze branche op landelijk niveau te verbeteren en bevorderen.

Vanuit de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) heeft Stichting A+O VVT subsidie ontvangen. Deze regeling komt voort uit het pensioenakkoord, waarin onder andere is afgesproken de fiscale behandeling van RVU’s te versoepelen. Een deel van de subsidie zal dan ook worden ingezet als een bijdrage voor werkgevers voor de uitvoering daarvan.

Voorwaarden RVU-subsidie

De Regeling Bijdrage RVU-VVT is bedoeld voor werkgevers in de VVT met bovengemiddeld veel deelnemers of relatief hoge kosten per deelnemer. De bijdrage geldt voor RVU-regelingen die reeds formeel zijn ingegaan op basis van een vaststellingsovereenkomst (VSO) en de laatste 36 maanden van de overeenkomst moeten zijn ingegaan.

Subsidie voor RVU VVT: budget en aanvraag

De bijdrage bedraagt (voor een individuele RVU-VVT) per maand maximaal 430 euro. De periode waarvoor de bijdrage wordt uitgekeerd is maximaal 36 maanden. In totaal is er 16 miljoen euro subsidie beschikbaar.

Vanaf 11 april tot en met 31 mei 2023 is het ‘portal bijdrage RVU-VVT’ geopend voor de eerste aanvraagronde. In deze ronde zal de eerste 11 miljoen euro subsidie verdeeld worden onder de aanvragers. Door middel van een tweede aanvraagronde, die loopt van 1 juni tot en met 31 december 2023, wordt de overige 5 miljoen euro subsidie verdeeld.

Tenslotte is er sprake van een weging, de werkgevers die in verhouding de hoogste kosten maken, ontvangen de hoogste bijdrage. Daarvoor wordt per aanvrager gekeken naar het totale bedrag aan RVU-uitkeringen ten opzichte van de loonsom sociale verzekeringen.

Subsidieaanvraag RVU indienen?

Voordat je een subsidieaanvraag indient voor RVU-uitkeringen, raadt Stichting A+O VVT raadt aan jouw aanvraag voor te bereiden. Er zijn namelijk aardig wat gegevens nodig, waaronder:

Per organisatie:

  • Registratie in het portaal
  • Bedrag totaal VSO afspraken RVU
  • Bedrag totaal loonsom sociale verzekeringen 2022

Per deelnemer:

  • Kopie ID (BSN zichtbaar)
  • VSO / RVU afspraak
  • Getekende toestemmingsverklaring

Mocht je nog vragen hebben over dit bericht, neem dan contact op met Thomas Pillen via info@oaz.nl of 088 5600 700.