MDIEU subsidie aanvragen

60-plus WIA-uitkeringen van Whk naar Aof

Vanaf 1 oktober 2022 worden WIA-uitkeringen van 60-plussers niet langer toegerekend aan de Whk-premie. In plaats daarvan worden deze uitkeringen betaalt vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof), dit hebben het UWV en het ministerie van SZW besloten. Wat dit voor jouw organisatie betekent, lees je hier.

De wijziging is nog niet officieel opgenomen in de wetgeving, maar wordt door UWV in de praktijk al wel zo toegepast. Wij zien daarom voldoende reden deze verandering aan te nemen en te delen.

WIA 60-plus van Whk naar Aof

Vorig jaar werd bekend dat een vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers mogelijk is. De uitkeringen die hier uit voort zouden komen, worden niet aan de Whk-premie toegerekend. Maar wat blijkt nu? Deze uitzondering geldt voor álle 60-plus WIA-uitkeringen van (ex-)medewerkers die vanaf 1 oktober 2022 het einde van de wachttijd bereiken. In plaats daarvan zullen deze uitkeringen gefinancierd worden vanuit het Aof, ook als er geen sprake is van een vereenvoudigde beoordeling.

Het Aof, ook wel bekend als de WIA-/WAO-premie, is een loonheffing die je als werkgever betaalt. Met de gelden uit het Aof worden uitkeringen betaald van langdurig zieke of arbeidsongeschikte medewerkers. De hoogte van deze premie wordt jaarlijks vastgesteld door de Belastingdienst en is afhankelijk van de grootte van de werkgever op basis van het premieplichtige loon.

De uitkeringen worden niet meer toegerekend aan jouw Whk-premie, ongeacht of er wel of geen sprake is van een vereenvoudigde beoordeling. Deze beslissing dateert van januari 2023. Indien van toepassing, wordt de toerekening voor jouw organisatie met terugwerkende kracht hersteld. Er bestaan uitzonderingen op de nieuwe werkwijze. Zo zijn de 60-plus WIA-uitkeringen die onder een EU-verordening of een bilateraal verdrag vallen geen onderdeel van deze maatregel. Hiervoor is geen vereenvoudigde beoordeling mogelijk, deze uitkeringen blijven op de Whk-beschikking staan.

Hogere Aof-premie?

Wat dit betekent voor de Aof-premie is helaas nog niet helemaal duidelijk. De premie voor 2023 was ten tijde van de aankondiging van de wijzigingen al vastgesteld. De premie voor 2023 is licht gestegen, maar ligt in de lijn der verwachting als je kijkt naar het verloop van de afgelopen jaren.

Controle op toerekening Whk

Deze beslissing is in januari 2023 bekend gemaakt. De Whk-premie 2023 voor jouw organisatie is echter eerder vastgesteld. De Belastingdienst zal dit met terugwerkende kracht zal herstellen. Toch is het goed om altijd de toerekening Whk te controleren. Onze specialisten staan klaar om je daarbij te ondersteunen. Neem contact op via info@oaz.nl of bel 088 5600 700.


lage WW-premie bij overwerk

Storing UWV WIA-correspondentie opgelost

Er is goed nieuws over het werkgeversportaal van UWV. Vanaf heden wordt alle ontbrekende WIA-correspondentie, met terugwerkende kracht vanaf oktober 2022, geüpload in het portaal. Ook de brieven over loondoorbetaling, WIA-aanvragen en -toekenningen/-afwijzingen van de afgelopen periode zijn binnenkort weer zichtbaar. Op de website en in de nieuwsbrief van april van het UWV zal hierover gecommuniceerd worden.

De reden van de storing bleek uiteindelijk een fout te zijn die is ontstaan door een digitaliseringsproject.  De klachtencommissie heeft inmiddels een aantal verbetervoorstellen ingediend, zodat er in het vervolg duidelijker gecommuniceerd wordt naar gebruikers als degelijke situaties zich voordoen.

Wil je op de hoogte blijven van ontwikkelingen op het gebied van WIA? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief. Heb je nog vragen over dit bericht? Neem dan gerust contact met ons op via info@oaz.nl of bel je met 088 5600 700.


voorlopige berekening Wtl 2022

De voorlopige berekening Wtl 2022

Daar is hij weer! Ieder jaar ontvangen werkgevers tussen 1 en 15 maart een brief van het UWV met daarin de voorlopige berekening Wtl voor het afgelopen jaar. Tijd om te controleren of de loonaangiften 2022 van jouw organisatie correct en volledig zijn ingediend. Wij vertellen je waar je dit jaar op moet letten.

Voor bepaalde medewerkers heb je als werkgever recht op loonkostenvoordelen. Dit is geregeld in de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Op basis van de loonaangiften van een organisatie stelt het UVW de hoogte van de tegemoetkomingen vast. Het gaat om de volgende drie voordelen:

  • loonkostenvoordeel (LKV),
  • lage inkomens voordeel (LIV) en
  • jeugd lage-inkomensvoordeel (Jeugd-LIV).

Controleer en corrigeer voor 1 mei 2023

Uiterlijk 31 juli 2023 wordt de definitieve beschikking afgegeven. Correcties die je vóór 1 mei 2023 nog doorvoert in de loonaangiften, neemt het UWV mee in de definitieve beschikking. Controleer de voorlopige berekening dus goed. Onvolledige of niet correcte loonaangiften kunnen ervoor zorgen dat jouw organisatie niet alle beschikbare voordelen ontvangt waar recht op is. Daarnaast kunnen eventuele fouten leiden tot een boete.

Voorlopige berekening Wtl 2022, waar bestaat deze uit?

Per voordeel gelden een aantal voorwaarden. Zorg ervoor dat de medewerkers die onder deze voordelen vallen, als zodanig geregistreerd staan in het salarissysteem.

LKV

Middels het LKV wordt gestimuleerd om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Het gaat om:

  • oudere medewerkers met een uitkeringsverleden;
  • arbeidsgehandicapte medewerkers;
  • medewerkers met een banenafspraak of scholingsbelemmering;
  • herplaatste arbeidsgehandicapte medewerkers.

Om van LKV gebruik te maken, dien je een doelgroepverklaring te hebben van de betreffende medewerker.

LIV

Het LIV is een tegemoetkoming aan werkgevers voor medewerkers met een laag loon, vaak laagopgeleid. Het moet werkgevers stimuleren substantiële banen aan te bieden voor deze groep en deze medewerkers vervolgens te behouden. Je hebt recht op LIV als de medewerker voldoet aan de volgende vier voorwaarden:

  • De medewerker is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen;
  • De medewerker heeft in 2022 een gemiddeld uurloon van minimaal € 10,73 en maximaal € 13,43;
  • De medewerker heeft ten minste 1.248 verloonde uren per kalenderjaar;
  • De medewerker heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.

Let erop dat als een medewerker aan de voorwaarden voor het LKV én LIV voldoet, heb je maar recht op één van de twee tegemoetkomingen.

Daarnaast is er dit jaar iets bijzonders aan de hand met het LIV. Vorig jaar ontving een werkgever nog € 0,49 per verloond uur, voor 2022 is het bedrag met terugwerkende kracht verhoogd naar € 0,78 per uur. Dit is een compensatie van de bijzondere verhoging van het minimumloon per 1 januari 2023. De tegemoetkoming in 2023 bedraagt overigens opnieuw € 0,49 per verloond uur.

Jeugd-LIV

Het jeugd-LIV compenseert de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon voor medewerkers van 18, 19 en 20 jaar. Om in aanmerking te komen voor het jeugd-LIV dient jouw medewerker aan drie voorwaarden te voldoen:

  • De medewerker is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen;
  • De medewerker heeft een gemiddeld uurloon dat valt binnen de bandbreedtes van het jeugd-LIV die horen bij zijn leeftijd;
  • De medewerker heeft op 31 december 2021 een leeftijd van 18, 19 of 20 jaar.

Voorkom boetes en mis geen voordelen

Onze specialisten controleren ieder jaar voor meer dan 150 werkgevers de voorlopige berekeningen Wtl. Het is belangrijk om de controle goed uit te voeren, want eventuele fouten kunnen leiden tot een boete of gemiste voordelen.

Hulp nodig bij de controle? Neem dan contact op met OAZ. Ons team van specialisten staat voor je klaar. Stuur een mail naar info@oaz.nl of bel 088 5600 700.


voorwaarden MDIEU activiteiten

Duurzame inzetbaarheid van medewerkers, hoe pak je dat aan?

Om een zo groot mogelijke groep werkenden gezond hun pensioen te laten bereiken, is begin 2021 door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de subsidieregeling MDIEU in het leven geroepen. Dit staat voor Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden en is in eerste instantie neergezet als financiële tegemoetkoming voor sectoren die investeren in duurzame inzetbaarheid. Goed nieuws: de regeling is nu ook beschikbaar voor bedrijven die de duurzame inzetbaarheid binnen hun organisatie willen laten groeien.

Het ministerie van SZW heeft over een looptijd van vijf jaar 964 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het doel van MDIEU is dat na deze vijf jaar, duurzame inzetbaarheid als een standaard onderdeel van goed werkgeverschap wordt gezien. Aanvankelijk lag de minimale subsidieaanvraag op 125.000 euro. Hier moest van de aangevraagde subsidie minimaal 25% besteed worden aan duurzame inzetbaarheid, ook moest de eigen bijdrage (inclusief uren) gelijk liggen aan de subsidie.

Zoveel mogelijk mensen gezond naar hun pensioen

Met het doel duidelijk voor ogen zijn de regels rondom MDIEU verruimd. Niet alleen sectoren, maar ook bedrijven kunnen vanaf september 2023 subsidie aanvragen om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te verbeteren en om medewerkers met zwaar werk eerder te laten stoppen. Ook wordt het minimaal aan te vragen subsidiebedrag per september verlaagd naar 75.000 euro, hierdoor wordt het makkelijker om subsidie aan te vragen. De subsidie blijft maximaal de helft van de kosten bedragen, de rest moet door de organisatie zelf worden bekostigd.

Door deze wijzigingen door te voeren, worden de pijlen gericht op de volgende doelen:

  • Stimuleren van medewerkers om zoveel mogelijk gemotiveerd, gezond en productief te blijven tot een pensioengerechtigde leeftijd;
  • Stimuleren van een duurzaam inzetbaarheidsbeleid, zodat dit een vanzelfsprekend onderdeel wordt van goed werkgeverschap;
  • Ondersteunen van werkgevers bij het aanbieden van regelingen voor eerder uittreden van oudere medewerkers met een zwaar beroep.

Goed voorbeeld doet volgen

Een goed voorbeeld van het succesvol toepassen van MDIEU is het samenwerkingsverband StAZ. Verschillende organisaties uit de ziekenhuisbranche voerden een risicoanalyse uit, hierbij kwam duurzame inzetbaarheid als belangrijk thema naar voren. StAZ diende een aanvraag in bij MDIEU middels een activiteitenplan, de samenwerkende organisaties zijn momenteel bezig verschillende DI-projecten uit te rollen.

Hulp nodig?

De HR specialisten van OAZ volgen de ontwikkelingen van MDIEU en de uitbreiding voor bedrijven op de voet. Wil je weten of er financiële tegemoetkomingen beschikbaar zijn voor jouw organisatie? OAZ helpt je graag op weg. Neem contact op via info@oaz.nl of bel direct 088 5600 700, onze specialisten staan voor je klaar.


normbedragen Praktijkleren 2021-2022

Onverwachte Whk-lasten na fusie of overname?

In het onderwijs neemt het aantal fusies en overnames al jaren toe. Tijdens dit proces blijven arbeidsongeschiktheidslasten echter vaak onderbelicht. Dit kan voor de nieuwe organisatie uiteindelijk resulteren in een onverwacht dikke rekening van de Belastingdienst. Het is daarom belangrijk dat je vooraf een aantal vragen beantwoord. Ook geven wij in dit artikel een paar tips om grip te houden op deze kosten.

Voorkom verrassingen achteraf

Een fusie of overname, het lijkt dé oplossing voor stijgende kosten en dalende leerlingaantallen. Door een andere organisatie over te nemen of hiermee te fuseren loop je echter het risico dat ook de WGA- en ZW-lasten worden overgenomen.

Is er sprake van ‘overgang van onderneming’?

Bij een fusie of overname zal in veel gevallen de Wet overgang van onderneming van toepassing zijn. Het doel van de wet is het beschermen van de positie van medewerkers, en geldt ook als slechts een deel van de organisatie met medewerkers wordt overgenomen (gedeeltelijke overgang).

Er is duidelijk sprake van ‘overgang van onderneming’ als de gehele organisatie wordt overgenomen. Als dit slechts met een deel van de organisatie gebeurt, wordt het iets ingewikkelder. Over het algemeen is er sprake van ‘overgang van onderneming’ als een economische eenheid, die haar identiteit behoudt, wordt overgenomen.

Publiek bestel of eigenrisicodrager?

In het geval van een gedeeltelijke of gehele ‘overgang van onderneming’ zijn de zaken ten aanzien van de gedifferentieerde premie Whk geregeld in de wet. De manier waarop de arbeidsongeschiktheidslasten overgaan op de overnemer is afhankelijk van de status van beide organisaties. In de volgende tabel zijn de gevolgen voor de overnemer per situatie in beeld gebracht.

Overnemer publiek bestel Overnemer eigenrisicodrager
Overdrager publiek bestel

Gehele overname Uitkeringen worden toegerekend aan overnemer. Overnemer betaalt de uitkeringen.
Gedeeltelijke overname Uitkeringen worden naar rato (van de overgenomen loonsom) toegerekend aan de overnemer. Overnemer betaalt de uitkeringen naar evenredigheid van de loonsom.

Overdrager eigenrisicodrager
Gehele overname Overnemer betaalt de uitkeringen, m.u.v. een eventueel verzekerd uitlooprisico. Overnemer betaalt de uitkeringen, m.u.v. een eventueel verzekerd uitlooprisico.
Gedeeltelijke overname Uitloopverzekering van de overdrager betaalt de uitkeringen die voor de overname ontstaan zijn. Uitloopverzekering van de overdrager betaalt de uitkeringen die voor de overname ontstaan zijn.

Hoe gaat dat bij een fusie?

Tijdens een fusie smelten twee organisaties samen tot één nieuwe organisatie en wordt tevens de ZW en WGA een gedeelde last. Meestal wordt een nieuw loonheffingsnummer aangevraagd, waardoor de nieuwe organisatie standaard publiek verzekerd is. Als één of beide organisaties eerder eigenrisicodrager was met een uitlooprisico verzekering, blijven de uitkeringen die voor de fusie zijn ontstaan bij de verzekeraar.

Grip op WGA, betrek de HR-afdeling op tijd

In vrijwel alle sectoren zorgen de oplopende (langdurig) verzuimcijfers voor de nodige uitdagingen. Voor alle organisaties die betrokken zijn bij de overname of fusie is de kans daarom groot dat één of meerdere medewerkers in de WGA zijn beland. Het is niet gek dat een volledig arbeidsongeschikte (oud-) medewerker in de WGA een werkgever zo’n 20.000 euro per jaar kost, en dat voor tien jaar lang.

De HR-afdeling wordt vaak laat betrokken bij fusie- of overnameplannen. Dat is jammer, want juist hier bevindt zich veel kennis over verzuim, arbeidsongeschiktheid en de daarbij horende lasten. Door deze afdeling eerder te betrekken bij de plannen, kunnen medewerkers die ziek uit dienst (zijn ge)gaan bij alle betrokken organisaties, beter in beeld worden gebracht. Je hebt dan de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de kosten, bijvoorbeeld door een herbeoordeling aan te vragen.

Controleer de Whk-beschikking

Met een formulier geef je bij de Belastingdienst aan welk gedeelte van de loonsom overgaat naar de nieuwe organisatie. Aan de hand daarvan wordt de gedifferentieerde premie Whk opnieuw vastgesteld. De nieuwe premiepercentages gelden vanaf 1 januari van het jaar na het jaar van de overgang.

Hoe druk jouw organisatie ook is met alle veranderingen, het is altijd raadzaam de nieuwe Whk-beschikking(en) te controleren. In zo’n 35% van de Whk-beschikkingen worden fouten geconstateerd. In beschikkingen van organisaties die fuseren of overgaan ligt dit percentage nog hoger.

De wereld van sociale premies en lasten is complex. Blijf je graag op de hoogte van ontwikkelingen op dit gebied?  Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief via het formulier onderaan deze pagina. Heb je nog vragen over dit artikel? Neem dan vrijblijvend contact op met ons via info@oaz.nl of 088 5600 700.


het Stagefonds Zorg

Wanneer heeft een organisatie recht op regres?

Wanneer een medewerker ziek is door een ongeval, ga je als werkgever vaak een langdurig traject in. Naast dat dit een enorme tijdsinvestering vraagt, kunnen de kosten ook stevig oplopen. Wellicht kom je wel in aanmerking voor regresrecht?

Bij een ziekmelding heb je als werkgever te maken met privacygevoelige zaken. Daar waar je enerzijds recht hebt op informatie over de ziekte van de medewerker, heb je ook te maken met grenzen in wat je wel en niet kan vragen. Dit creëert soms een spanningsveld. Als je medewerker zich ziekmeldt naar aanleiding van een ongeval, moet hier ook rekening mee gehouden worden. Wat wel mag, en wat wij ook dringend adviseren, is navragen of de ziekmelding is ontstaan door toedoen van een derde. Het is belangrijk dat de medewerker weet dat regresrecht geen nadelige gevolgen heeft voor het arbeidstraject. Er zijn eerder voordelen, zoals de vergoeding van re-integratiekosten.

Recht op regres bij toedoen van een derde?

Wanneer een derde partij betrokken is bij het letsel van je medewerker, is het eventueel mogelijk om aanspraak te maken op een gedeeltelijke teruggave van de kosten. Bij een verkeersongeval bijvoorbeeld, is dit regresrecht wel eens aan de orde. Wanneer een ander aansprakelijk is voor het letsel, zoals bij bijvoorbeeld een aanrijding, kan deze veroorzaker mogelijk ook aansprakelijk gesteld worden voor kosten zoals loondoorbetaling en re-integratiekosten.

Een stappenplan

In een dergelijke situatie is het mogelijk om zelfstandig een advocaat in de arm te nemen. Dit is kostbaar en de uitkomst van de zaak is zeer onzeker. OAZ heeft hiervoor een stappenplan ontwikkelt

1. Intakeformulier
Via het intakeformulier worden gegevens aangeleverd bij OAZ. Denk hierbij aan een voorgeschiedenis, details van het ongeval en persoonlijke gegevens van de werkgever, medewerker, veroorzaker en verzekeraar.

2. Beoordeling
De regresspecialist van OAZ beoordeelt het intakeformulier en vraagt eventueel ontbrekende gegevens op

3. Dossier opbouw
Alle benodigde documenten worden, met medewerking van de medewerker, via de werkgever en de letselschadebehandelaar opgevraagd.

4. Berekenen loonschadeclaim
In deze fase worden de schadeposten berekend en wordt de veroorzaker aansprakelijk gesteld.

OAZ hanteert in regreszaken met een no cure no pay werkwijze. Wanneer de regresspecialist ziet dat de zaak te weinig kans van slagen heeft, zal zij adviseren om de zaak te sluiten. Ook in het (zeldzame) geval waar de veroorzaker geen verzekering heeft om op terug te vallen, of wanneer er sprake is van opzet zal dit het advies zijn. De kans dat er in deze situatie een vergoeding volgt is zo goed als nihil en het toebrengen van opzettelijk lichamelijk letsel wordt in de polisvoorwaarden van de verzekeraar uitgesloten.

In de praktijk blijkt dat deze zaken vaak buitenrechtelijk worden afgehandeld en er niet over geprocedeerd wordt, omdat dit nauwelijks meer oplevert.

Uitkomst regreszaak

In het merendeel van de gevallen zijn de feiten niet 100% helder en eindigt een regreszaak in een compromis, een schikking. Hiermee wordt de zaak gesloten. Andere opties zijn volledige uitbetaling of het ontbreken van medische causaliteit, wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een medische voorgeschiedenis en het is niet aantoonbaar dat het letsel niet (deels) al bestond.

Denk je in aanmerking te komen voor regresrecht en zoek je hulp en begeleiding in dit traject? OAZ kan je helpen. Neem contact op met onze specialist regresrecht Anastasiya de Vaal via info@oaz.nl of bel direct 088 5600 700.


subsidie Praktijkleren in 2024

SectorplanPlus 2022-2023: toekenning, deadlines en bevoorschotting

Afgelopen zomer werd er door veel zorgorganisaties een subsidieaanvraag ingediend voor de regeling SectorplanPlus 2022-2023. Binnenkort volgt de subsidietoekenning. Een planning voor bevoorschotting en de deadlines voor de administratieve verantwoording maakte RegioPlus afgelopen week bekend. Wij zetten de belangrijkste punten voor je op een rij.

Subsidietoekenning en projectovereenkomst

Het animo voor de regeling is groot. In totaal werd er 238 miljoen euro aangevraagd, daarmee was het budget van 100 miljoen euro niet toereikend. Om toch een belangrijk deel van de opleidingstrajecten te kunnen subsidiëren, heeft het ministerie van VWS het budget verhoogd naar 139 miljoen euro. Iedere organisatie krijgt in ieder geval 15.000 euro toegekend. Daarna wordt het resterende budget naar rato verdeeld over de aanvragers.

Nadat RegioPlus de subsidietoekenning bekend maakt, wordt het gereserveerde bedrag voor jouw organisatie vastgelegd in de projectovereenkomst.  De deadline voor het tekenen van de overeenkomst is 14 juli 2023. Let daarbij op de volgende voorwaarden:

  • De projectovereenkomst dient getekend te worden door een tekenbevoegd persoon, volgens een recent uittreksel KvK;
  • Aanvullend op de getekende overeenkomst, dient iedere organisatie een recent uittreksel KvK in (niet ouder dan 6 maanden);
  • Kleine en middelgrote organisatie die in aanmerking willen komen voor een tegemoetkoming van 60% of 70%, dienen de jaarrekening van 2021 in.

Bevoorschotting SectorplanPlus 2022-2023

Gezien de korte looptijd van de regeling SectorplanPlus 2022-2023 vindt er geen tussentijdse bevoorschotting plaats. RegioPlus is wel voornemens in januari en juni 2024 voorschotten uit te keren over de projectadministratie die op dat moment is goedgekeurd.

Aankomende deadlines

Een drietal deadlines zijn aangekondigd voor de administratieve verantwoording. Zet ze op de agenda en loop geen subsidie mis.

15 april 2023 Aanmaken van registraties voor opleidingsactiviteiten die vóór 15 februari 2023 zijn gestart.
30 juni 2023 Aanmaken van registraties voor opleidingsactiviteiten die vóór 15 mei 2023 zijn gestart en indienen van alle registraties voor activiteiten die vóór 15 mei 2023 zijn afgerond.
14 juli 2023 Uploaden ondertekende projectovereenkomsten
15 september 2023 Indienen van alle registraties die vóór 30 juni 2023 zijn gestart.
31 oktober 2023 Indienen van alle registraties en afronding administratie verantwoording.

Als een registratie niet op tijd wordt aangemaakt of ingediend, behoudt RegioPlus zich het recht om de registratie niet in behandeling te nemen.

Tal van mogelijkheden met SectorplanPlus

De regeling SectorplanPlus biedt tal van mogelijkheden. Zo is het tijdens de verantwoording nog mogelijk om trajecten toe te voegen die je tijdens de aanvraag niet had voorzien. Daarentegen moet de administratieve verantwoording aan veel voorwaarden voldoen en moet je goed opletten op stapeling met andere geldstromen.

Onze specialisten weten precies wat de mogelijkheden zijn. Benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact op jouw contactpersoon binnen OAZ, mail naar info@oaz.nl of bel 088 5600 700.


TAZ- en IOW-opslag

Hou grip op je HR-gerelateerde subsidies

Bij het aanvragen en het verantwoorden van verschillende subsidies komt een flinke administratieve last kijken. Van een kloppende subsidieadministratie tot het controleren van de beschikbaar gestelde bedragen, er gaat veel tijd in zitten. Tijd die er soms niet is.

Subsidie vraagt een flinke investering

Veel zorginstellingen hebben momenteel last van personeelskrapte. Het vinden van de juiste mensen en ze ook vasthouden om de werkdruk aan te kunnen, vraagt om een flinke investering. Om hierin ondersteuning te bieden zijn diverse subsidies in het leven geroepen. Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg (KiPZ) is hier een voorbeeld van, dit is een financiële tegemoetkoming voor de investering in het opleiden van personeel van organisaties in de medisch specialistische zorg. De aanvraag en verantwoording van een dergelijke subsidie is echter een flinke kluif.

Waar ligt de verantwoordelijkheid?

Veel organisaties hebben de verantwoording van subsidies bij de HR afdeling liggen, met ondersteuning van een accountant. In het verleden is gebleken dat de verantwoording van financiële tegemoetkomingen en de controle van de bedragen een taak is die vaak naar achteren wordt geschoven. Simpelweg omdat het, door de toegenomen werkdruk en onderbezetting van afdelingen, aan voldoende tijd ontbreekt. Dit probleem ligt niet enkel bij de zorginstellingen, ook de accountantskantoren hebben last van fikse personeelskrapte. Mede door de toegenomen vergrijzing in deze branche wordt het steeds lastiger om deze controles uit te besteden aan de huisaccountant.

De zorg voor een complete subsidieadministratie

OAZ kan je de zorg rondom HR-gerelateerde subsidies uit handen nemen. Door zowel bij de aanvraag als de verantwoording nauw betrokken te zijn, zorgt dit voor flinke tijdswinst. We ondersteunen je bij het voeren van een kloppende en complete subsidieadministratie, zo beschik je over alle benodigde gegevens om een aanvraag in orde te maken. Ook is het voeren van een controle over de subsidiedossiers gemakkelijker uit te voeren, alle benodigde informatie is immers aanwezig. Met ons grote team van experts, inclusief een accountant die flexibel in te zetten is, weten wij precies wanneer in het jaar de druk ligt op welke regeling en nemen we je alle werk uit handen. Zo ben je niet afhankelijk van het tijdschema van je accountant, of de kosten die hierbij komen kijken.

Ben je benieuwd hoe OAZ jouw organisatie kan helpen de beschikbare financiële regelingen maximaal te benutten? Neem dan contact op voor een vrijblijvend gesprek via info@oaz.nl of bel direct 088 5600 700.


fouten in de Whk van het onderwijs

De 5 meest gemaakte fouten in de Whk van het onderwijs

Voor het derde jaar op rij zijn er fouten geconstateerd in de Whk-beschikking van werkgevers in de onderwijsbranche. Eind vorig jaar ontvingen alle publiek-verzekerden de Whk-beschikking 2023. De bezwaarperiode van zes weken is inmiddels verlopen, maar er kunnen nog tot vijf jaar terug correcties worden doorgevoerd. Hier lees je wat de vijf meest voorkomende fouten zijn en hoe je dit eventueel nog kan corrigeren.

Opnieuw stijging ziekteverzuim in het onderwijs

Naast de personeelstekorten is het ziekteverzuim een grote uitdaging voor onderwijsinstellingen. Het ziekteverzuim in het onderwijs lag in 2022 opnieuw hoger dan het landelijk gemiddelde. Tevens laat het langdurig verzuim een duidelijke stijging zien. Met dergelijke uitdagingen kunnen scholen het zich echter niet permitteren onnodig teveel te betalen voor ZW- en WGA-uitkeringen, dit komt helaas geregeld voor.

Iedere werkgever, tenzij eigenrisicodrager, draagt een gedifferentieerde premie Whk af aan de Belastingdienst, die voor middelgrote en grote organisaties (deels) gebaseerd is op de individuele schadelast. In zo’n 35% van de Whk-beschikkingen zitten helaas fouten en zijn uitkeringen niet juist toegerekend. Controleer de Whk-beschikking daarom in elk geval op de vijf meest voorkomende fouten. Corrigeren kan nog met terugwerkende kracht tot kalenderjaar 2018.

Fout 1: Tot 28 dagen na uitdiensttreding

Als een uitkering wordt toegerekend van een medewerker die langer dan 28 dagen uit dienst was op het eerste moment van arbeidsongeschiktheid, is dat onterecht. Een ZW- of WGA-uitkering kan alleen aan jouw organisatie worden toegerekend als eerste arbeidsongeschiktheid dag binnen 28 dagen na het einde van het dienstverband.

Fout 2: BSN onbekend

Een uitkering zonder BSN op de beschikking? Een fusie of overname kan soms de verklaring zijn. Maar ook in dat geval is het goed om te controleren of de uitkering (naar rato) terecht aan jouw organisatie is toegerekend.

Fout 3: Correctie niet (juist) doorgevoerd

ZW- en WGA-uitkeringen kunnen met terugwerkende kracht worden gecorrigeerd. Deze correcties zie je pas na 2 jaar terug op de beschikking. Correcties die in 2021 hebben plaatsgevonden, worden verwerkt in de Whk-beschikking van 2023. Regelmatig worden deze correcties echter niet of onjuist verwerkt.

Fout 4: Te hoge toerekening

Soms is de toerekening van de uitkering juist, maar de hoogte van de uitkering niet. Bijvoorbeeld als er onterecht een gedeelte van de LAU-uitkering wordt toegerekend.

Fout 5: Ziektewet als vangnet

Als sprake is van een vangnetsituatie mag de ZW- en WGA-uitkering van een medewerker niet worden toegerekend aan de werkgever. Dit geldt voor medewerkers die ziek werden door zwangerschap, bevalling of orgaandonatie. Maar ook voor zieke medewerkers die een no-riskpolis hebben of voormalig medewerkers die onder de compensatieregeling vallen.

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent de Whk

Vond je dit interessant en wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws op het gebied van de Whk? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief via het formulier onderaan deze pagina. Heb je nog vragen over dit artikel? Neem dan vrijblijvend contact op met ons via info@oaz.nl of 088 5600 700.


uitbreiding doelgroep no-riskpolis

Wijzigingen in subsidiebudget Praktijkleren 2022-2023

RVO heeft twee wijzigingen in de regeling Praktijkleren gepubliceerd. Mogelijk zorgt dit ervoor dat het subsidiebedrag over schooljaar 2022-2023 voor jouw organisatie lager uitvalt. Een aantal sectoren die eerder extra subsidie kregen, komen hier niet meer voor in aanmerking. Daarnaast is de verwachting dat de subsidie voor een bbL- en Hbo-leerling lager zal zijn dan de afgelopen twee schooljaren.

Vervallen aanvullende subsidiegelden Praktijkleren

Vanaf schooljaar 2020-2021 ontving je extra subsidie voor leerplekken in specifieke sectoren. De mbo bbl-leerplekken in conjunctuurgevoelige sectoren en hbo-leerplekken in de techniek- en de gezondheidszorg komen in schooljaar 2022-2023 echter niet langer in aanmerking voor de extra subsidie. Voor mbo bbl-leerplekken in de sectoren landbouw, horeca en recreatie kan je dit schooljaar nog wel op extra subsidie rekenen.

Tabel 1: aanvullende subsidiegelden per schooljaar

schooljaar mbo landbouw, horeca en recreatie mbo conjuctuurgevoelige sectoren hbo techniek en gezondheidszorg
2022-2023 nog niet bekend vervallen vervallen
2021-2022 € 2.058,00 € 920,00 € 1.327,20
2020-2021 € 1.918,00 € 772,40 € 1.089,90

Subsidiebudget Praktijkleren terug naar voor de Coronacrisis

Tijdens de Coronacrisis is het totale subsidiebudget van de regeling Praktijkleren tijdelijk verhoogd met middelen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Het budget voor schooljaar 2022-2023 bedraagt in totaal 279 miljoen euro en keert daarmee terug naar het niveau van voor de crisis.

De maximale subsidie voor een volledige leerplaats is al sinds de start van de regeling  2.700 euro per schooljaar. Het ministerie van OCW schat in dat de subsidie voor een mbo- en hbo-leerling in 2022-2023 lager zal uitvallen. Het ministerie denkt dat het bedrag voor een mbo-student op circa. 2.300 euro zal uitkomen. Over de hbo-categorie hebben zij zich niet uitgesproken.

In 2017 maakte RVO voor het eerst bekend dat het budget voor de categorie bbl overvraagt was. Er wordt op dat moment een verdeelsleutel toegepast. De onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de normbedragen gedurende de afgelopen vijf schooljaren van de regeling.

Tabel 2: subsidiebedrag per volledige praktijkleerplaats

schooljaar bbl Hbo VO/WO
2021-2022 € 2.700,00 € 2.700,00 € 2.700,00
2020-2021 € 2.700,00 € 2.700,00 € 2.700,00
2019-2020 € 2.079,27 € 645,75 € 2.700,00
2018-2019 € 2.216,70 € 879,15 € 2.700,00
2017-2018 € 2.464,83 € 2.700,00 € 2.700,00

Vanaf schooljaar 2018-2019 werd de hbo-categorie uitgebreid met o.a. zorgopleidingen. De vraag bleek flink groter dan het budget dat beschikbaar was.

Subsidieaanvraag Praktijkleren 2022-2023?

Op dit moment kan nog niet met zekerheid worden gezegd hoeveel de subsidie per leerling in schooljaar 2022-2023 zal bedragen. Dit is afhankelijk van de categorie en het aantal aanvragen dat uiterlijk vrijdag 15 september 2023 wordt ingediend. Het definitieve subsidiebedrag voor jouw organisatie zal op de beschikking staan, die doorgaans half december verstuurd wordt. Het subsidiebedrag per leerling zal waarschijnlijk lager uitvallen dan afgelopen jaren. Maar haalt jouw organisatie alles eruit wat erin zit? Wist je bijvoorbeeld dat je ook recht hebt op subsidie voor leerlingen die niet diplomeren maar voortijdig stoppen?

OAZ heeft jarenlange ervaring met het aanvragen van Praktijkleren. Onder het genot van een bakje koffie lichten we graag toe wat we voor je kunnen betekenen. Voor een afspraak mail je naar info@oaz.nl of bel 088 5600 700.


in beroep voor Compensatie Transitievergoeding

Digitalisering van HR processen, lessen uit de zorg

Het digitaliseren van werkprocessen is in vrijwel elke branche aan de orde van de dag. Ook binnen de zorg wordt, met het oog op de toekomst, tijd en aandacht besteed aan het digitaliseren van werk. Echter, dit gaat niet altijd zonder slag of stoot. De zorg is een branche die hoofdzakelijk is gericht op omgang met mensen. Hoe combineer je dit met digitalisering, zonder het menselijk aspect uit het oog te verliezen?

HR Community en OAZ hebben samen een HR summit opgezet over digitalisering van HR in de zorg. Samen met experts vanuit Brocacef, Rivas Zorggroep en Amarant is gesproken over het spanningsveld tussen digitale werkprocessen en persoonlijke aandacht. De aandacht ging hierbij voornamelijk naar de overtuiging van de medewerkers om dit digitale proces te omarmen.

Hoe voorkom je obstakels bij digitalisering?

Alle gesprekspartners in de HR summit staan achter de toegevoegde waarde van digitalisering. Toch lopen ze ook allemaal tegen obstakels aan. Omdat mensen eenvoudigweg gewoontedieren zijn, is het niet gemakkelijk om alle medewerkers positief tegenover digitalisering te laten staan. Het is dus noodzakelijk om hier de juiste begeleiding te bieden, om je medewerkers gemotiveerd te houden in een proces van verandering.

Ook is het belang van gebruiksvriendelijke technologieën aan bod gekomen. Hoewel dit voor de hand liggend klinkt, wezen de ervaringen van de deelnemers uit dat dit zeker niet altijd het geval is. Door een wildgroei aan apps en digitale toepassingen is het voor medewerkers soms niet eenvoudig om bij te houden wat nu precies waar moet. Ook hier kan een hang naar het vertrouwde systeem de overhand krijgen.

Hoe ervaren medewerkers de verandering?

Hoewel het digitaliseren van werkprocessen efficiëntie en tijdswinst voor ogen heeft, blijkt dat dit niet altijd zo wordt ervaren door medewerkers. Soms zelfs een toename in werkdruk, doordat de oude, vertrouwde routes ineens niet goed meer zijn. Dit moet te allen tijde voorkomen worden. De digitalisering draagt dan overduidelijk niet bij aan een verbetering van de werkprocessen.

Het is belangrijk om de digitale toepassingen te blijven evalueren. Hoe worden ontwikkelingen ervaren en in hoeverre wordt er gebruik gemaakt van de beschikbare tools? In de HR summit zijn al deze onderwerpen uitgebreid aan bod gekomen en hebben de experts hun ervaringen met elkaar gedeeld. Wil je een uitgebreid verslag van het gesprek lezen? Download deze via het formulier naast dit artikel.

Een stap zetten in de digitalisering van HR?

OAZ ondersteunt werkgevers bij de digitalisering van HR processen voor subsidies en kostenbesparingen. Door de bestaande administratieve systemen te koppelen aan MijnOAZ maken wij het toepassen van de juiste subsidies voor onze opdrachtgever een stuk eenvoudiger. Wil je met jouw organisatie ook een stap maken in de digitalisering van je HR administratie? Neem dan contact op met OAZ via info@oaz.nl of bel direct 088 5600 700.


duurzame inzetbaarheid in de zorg

Subsidiekansen voor duurzame inzetbaarheid in de zorg

De subsidieregeling MDIEU heeft een enorm budget. Binnenkort kan je aanspraak maken op deze subsidiepot door je in te schrijven voor projecten van branchevereniging StAZ met het thema duurzame inzetbaarheid. Mocht je hiervan gebruik willen maken, houd de ontwikkelen dan goed in de gaten. Tijdens een soortgelijke aanvraagronde voor de VVT-sector was het maximum aantal aanmeldingen snel bereikt.

MDIEU, duurzame inzetbaarheid op maat

MDIEU staat voor Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden. De regeling stelt geld beschikbaar voor sectoren die investeren in duurzame inzetbaarheid. Voor een periode van vijf jaar (2021-2025) gaat het om een bedrag van 964 miljoen euro. Zodra de regeling is afgelopen zou duurzame inzetbaarheid een vanzelfsprekend en belangrijk onderdeel moeten zijn van de manier waarop Nederland werkt. Dit is in elk geval het doel van de MDIEU.

Financieren projecten binnen de ziekenhuisbranche

StAZ is een samenwerkingsverband van werkgevers- en werknemersorganisaties in de ziekenhuisbranche. Zij voerden eerder een sectoranalyse uit waarbij zes belangrijke thema’s zijn vastgesteld. Het belang van duurzame inzetbaarheid komt daar duidelijk in naar voren.

In 2022 werd door StAZ een aanvraag ingediend voor subsidie vanuit de MDIEU middels een activiteitenplan. Met de subsidie die beschikbaar is gesteld voor de ziekenhuisbranche, kunnen organisaties zich binnenkort kosteloos inschrijven voor specifieke activiteiten en projecten met het thema duurzame inzetbaarheid. “Momenteel voeren wij offerteprocedures om uitvoerders voor deze projecten te selecteren,” verklaarde StAZ.

Zes belangrijke thema's uit de MDIEU

De subsidie voor de projecten van StAZ is afkomstig uit de MDIEU. “De activiteiten en doelen per project zijn daarom behoorlijk vastomlijnd.” De thema’s van de projecten zijn:

  1. Generatiebeleid
  2. Regio op rooster
  3. Strategische personeelsontwikkeling
  4. Dialoog over duurzame inzetbaarheid
  5. Mantelzorg
  6. Bewustwording duurzame in zetbaarheid

Mocht jouw organisatie dergelijke trajecten voor 2023 nog niet hebben ingekocht, dan is dit wellicht het afwachten waard en biedt dit kansen. Let er wel op dat er niet gestapeld mag worden met andere regelingen, zoals bijvoorbeeld de regeling Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg (KiPZ).

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe (subsidie)mogelijkheden voor ziekenhuizen en andere zorgorganisaties op het thema Duurzame Inzetbaarheid? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief via het formulier bovenaan deze pagina. Heb je nog vragen over dit artikel? Neem dan contact op met onze Specialist Thomas Pillen via info@oaz.nl of bel naar 088 5600 700.