RAAT – Regionale Actieplan Aanpak Tekorten
De aanvraagperiode voor het tweede tijdvak SectorplanPlus is in volle gang en daarom informeren wij u over de wijzigingen ten opzichte van het eerste tijdvak. In dit artikel zoomen wij in op het Regionaal Actieplan Aanpak Tekorten ook wel RAAT genoemd. Wat zijn nu de concrete veranderingen en wat betekent dit voor uw organisatie en de aanvraag?
Vanaf het tweede tijdvak spelen de RAAT’s een belangrijke rol. Zo moeten organisaties zich conformeren aan de RAAT’s in de regio’s waar de opleidingsactiviteiten plaatsvinden. Hoewel hier overlap in zit, is het zaak om deze RAAT’S per regio goed te bekijken. Organisaties moeten namelijk een grote bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen van de RAAT’s en zijn hierop ook aanspreekbaar. Daarnaast dienen de opleidingsactiviteiten te passen binnen de doelstellingen van de RAAT’s.
Omdat de RAAT’s gebaseerd zijn op een landelijk plan, is het niet vreemd te zien dat de actielijnen van diverse RAAT’s grotendeels overeenkomen. Hieronder de meest voorkomende actielijnen:
- Actielijn 1: Verhogen van de instroom- en opleidingscapaciteit;
- Actielijn 2: Positief beïnvloeden loopbaankeuze van jongeren en andere potentiële werknemers;
- Actielijn 3: Verhogen van het opleidingsrendement;
- Actielijn 4: Vergroten van de opleidingsmogelijkheden;
- Actielijn 5: Bieden van een aantrekkelijke werkomgeving en werkklimaat.
Overeenkomsten en verschillen binnen de RAAT’s
In diverse regionale actieplannen is ook nog een zesde actielijn opgenomen. Zo zet de regio Limburg bijvoorbeeld in op innovatie, anders werken en technologie. In Zeeland is een actielijn gewijd aan het aantrekken van academici.
Overigens wordt niet in alle regionale actieplannen uitgegaan van de eerder genoemde vijf actielijnen. Een voorbeeld hiervan is het actieplan voor de regio Rijnstreek. In dit actieplan wordt, naast het verhogen van de instroom- en opleidingscapaciteit en het verhogen van het opleidingsrendement, ook ingezet op het verminderen van het verloop in de sector (externe uitstroom), het verminderen van onderlinge concurrentie tussen de zorgorganisaties en vernieuwing.
Hoe de genoemde actielijnen inhoudelijk worden uitgewerkt, leest u in elk individueel actieplan. Wel blijkt ook in de uitvoering veel overlap te zijn. Zo wordt bij actielijn 1 gehamerd op een regionale verhoging van de opleidingsquote naar 15% en wordt bij actielijn 4 benoemd dat organisaties elkaar actief moeten opzoeken om opleidingen en praktijk beter op elkaar te laten aansluiten. Iedere regio geeft hier een eigen concrete invulling aan, maar deze invulling ontloopt elkaar niet heel veel.
Samenwerken voor invulling RAAT wordt cruciaal
Dat samenwerking vanaf het tweede tijdvak een zeer belangrijke rol speelt, blijkt ook uit het feit dat 25% van de te verstrekken subsidie wordt verleend onder de voorwaarde van een positief advies van de adviescommissie over de uitvoering van het RAAT. Dit advies geldt niet per individuele organisatie, maar over het gemiddelde van de gehele regio. Deze adviescommissie wordt door het Ministerie van VWS ingesteld voor het actieprogramma Werken in de Zorg. De commissie stelt een referentiekader op en zal alle RAAT’s adviseren en beoordelen aan de hand van dit kader. Vervolgens brengt de adviescommissie een advies uit aan het VWS over het al dan niet toekennen van 25% van de subsidie. Mocht het advies onverhoopt negatief uitvallen, dan is er een mogelijkheid om dit in het voorjaar te ‘repareren.’ Lukt dit niet, dan wordt dit bedrag herverdeeld.
Samenwerking tussen organisaties, opleiders en regionale markten en waarborging van het steeds complexer wordende administratieproces vervullen dan ook een steeds belangrijkere rol bij SectorplanPlus. Uiteraard houden wij u op de hoogte van alle veranderingen die in de loop van deze en volgende week bekend worden.
Mocht u meer informatie willen over SectorplanPlus of bent u benieuwd wat OAZ voor u kan betekenen? Neem contact op met Luc van der Linden via 088-5600700
Whitepaper opleiden van personeel loont!
Alles wat u moet weten bij het aanvragen van subsidies voor uw werknemer.