Het verschil tussen loonkostenvoordeel en loonkostensubsidie

Het loonkostenvoordeel en loonkostensubsidies zijn twee verschillende subsidies, toch is het verschil tussen deze twee geregeld niet duidelijk. Dit komt mede door het gegeven dat er dikwijls medewerkers zijn voor wie beide subsidies aan de orde zijn. Graag leggen we je uit wat het verschil is tussen de regelingen en hoe je ze in sommige gevallen zelfs kan combineren.

Wat is het Loonkostenvoordeel?

Het loonkostenvoordeel is een tegemoetkoming voor werkgevers van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze medewerkers zijn onderverdeeld in vier doelgroepen:

  1. LKV oudere werknemer: medewerkers die 56 jaar of ouder zijn bij indiensttreding en vanuit een uitkeringssituatie komen;
  2. LKV arbeidsgehandicapte werknemer: medewerkers die uit een WIA of WAO komen of medewerkers die in de afgelopen 5 jaar een WIA-keuring hebben gehad;
  3. LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden: medewerkers die opgenomen zijn in het doelgroepregister van het UWV, bijvoorbeeld medewerkers met een Wajong of medewerkers die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen;
  4. LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer: medewerkers die twee jaar ziek zijn geweest, een WIA-uitkering kregen en daarna bij de eigen werkgever geheel of gedeeltelijk hun functie hervatten.

LKV aanvragen?

Om gebruik te kunnen maken van het LKV dient de werkgever in de eerste drie maanden van het dienstverband een doelgroepverklaring voor de medewerker aan te vragen bij het UWV. Ook moet het LKV correct geregistreerd worden in de loonaangiftes. Als dit in orde is, wordt het LKV jaarlijks uitbetaald door de Belastingdienst.

Wat is loonkostensubsidie?

Loonkostensubsidie is een tegemoetkoming voor werkgevers om medewerkers die geen volledig loon kunnen verdienen, toch een volledig salaris uit te kunnen betalen. Dit geldt voor medewerkers die een uitkering ontvangen in het kader van de Participatiewet en niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Werkgevers kunnen loonkostensubsidie aanvragen bij de gemeente waar de medewerker is ingeschreven. Je kunt dan een voorschot van 50% van de subsidie ontvangen, na de loonwaardebepaling wordt er een verrekening gemaakt naar het werkelijke bedrag.

De verschillen tussen Loonkostenvoordeel en Loonkostensubsidie

Er is een belangrijk verschil tussen het LKV en de LKS: de datum van indiensttreding. Loonkostenvoordeel kan enkel worden toegepast bij nieuwe medewerkers, die bij indiensttreding al over de status beschikten. De loonkostensubsidie kan een werkgever voor alle medewerkers aanvragen die aan de voorwaarden voldoen.

Loonkostenvoordeel en Loonkostensubsidie combineren?

Wanneer een medewerker niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen, valt hij of zij onder de banenafspraak. Hiermee val je direct in het doelgroepregister en heb je, naast de loonkostensubsidie, ook recht op het loonkostenvoordeel. Dit moet echter wel binnen drie maanden na indiensttreding worden aangevraagd.

Tegemoetkomingen naast LKV en LKS

Naast het LKV en de LKS zijn er vaak binnen een gemeente andere, kleinere regelingen ontwikkeld. Het doel is dan om op lokaal niveau werkgevers te stimuleren om medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Kosten die hiermee gemoeid zijn, worden dan gecompenseerd door de gemeente. Het is aan te raden om uit te zoeken of dit in jouw gemeente aan de orde is.

Benieuwd naar de mogelijkheden voor jouw organisatie?

Wil je meer weten over de beschikbare subsidies voor jouw specifieke situatie? OAZ kan je verder helpen. Neem contact op via info@oaz.nl of bel 088 5600 700 en bekijk samen of jij optimaal profiteert van de beschikbare voordelen.