Wel of niet toepassen van afdrachtvermindering onderwijs?

De Advocaat Generaal heeft zich onlangs gebogen over de vraag welke voorwaarden er gelden bij toepassing van afdrachtvermindering onderwijs. In een rechtszaak, hoger beroep en vervolgens cassatie wordt er uitgebreid inhoudelijk gesproken of de stellingen over deze voorwaarden van de Belastingdienst en staatssecretaris wel terecht zijn. Deze staan namelijk lijnrecht tegenover de uitspraak van het Hof en nu ook het advies van de Advocaat Generaal. Eind oktober jl. werd de conclusie van de Advocaat Generaal gepubliceerd. Deze conclusie zal de Hoge Raad gebruiken in haar bindend en beslissend oordeel over deze zaak.

Eisen praktijkovereenkomst

Er wordt in de conclusie van de Advocaat Generaal uitgebreid gesproken over de eisen waaraan de praktijkovereenkomst moet voldoen bij toepassing van afdrachtvermindering onderwijs. Hierover geeft de Advocaat Generaal aan dat hoewel er een overeenkomst moet zijn zoals geformuleerd in de wet educatie beroepsonderwijs, een mondelinge afspraak en overige stukken ook onderbouwing zijn voor het bestaan van een dergelijke overeenkomst. Dat de handtekeningen niet of niet juist zijn gezet maakt volgens de Advocaat Generaal niet uit.

De Advocaat Generaal gaat in zijn uitleg van de wet verder in op de voorwaarden waaraan de toepassing van afdrachtvermindering onderwijs zou moeten voldoen. Zo zou er alleen sprake moeten zijn van beroepspraktijkvorming als onderdeel van een beroepsopleiding. De Advocaat Generaal is van mening dat deze beroepspraktijkvorming ingericht moet zijn om de praktijkonderdelen van een beroepsopleiding te volgen, niet of een werknemer een volledige beroepsopleiding afrondt met een diploma. Het advies aan de Hoge Raad is dat toepassing van afdrachtvermindering ook mag bij beroepspraktijkvorming (BPV) die leidt tot deelcertificaten.

Toepassing praktijkovereenkomst

Ten slotte de vraag tot welk moment de afdrachtvermindering mag worden toegepast. De Advocaat Generaal geeft aan dat het zo zou kunnen zijn dat de beroepspraktijkvorming is beëindigd voor het moment van diplomeren of het behalen van een deelcertificaat. Aangezien de afdrachtvermindering mag worden toegepast wanneer er sprake is van beroepspraktijkvorming, is nodig te bepalen wanneer deze ophoudt. Dit vormde geen onderdeel in de uitspraak van het gerechtshof. Hiervoor verwijst de Advocaat Generaal terug naar het gerechtshof zodat verder onderzocht kan worden wanneer de beroepspraktijkvorming stopt. De Hoge Raad houdt zich  namelijk alleen bezig met de vraag of het gerechtshof het recht juist heeft geïnterpreteerd en toegepast.

Het is afwachten of de Hoge Raad de adviezen van de Advocaat Generaal overneemt. Waarschijnlijk komen zij tot een uitspraak eind 2015 of begin 2016. Wacht niet af tot de Belastingdienst een onderzoek aankondigt over de toepassing van de WVA. Wilt u meer weten over de afdrachtvermindering onderwijs? Neem contact op met uw accountmanager of met Danny van Loon op 0118 – 421 700.